dinsdag 10 april 2018

Common Position beter dan niets, maar niet goed genoeg


De landen van de Europese Unie hebben een gezamenlijk wapenexportbeleid. In een Common Position hebben ze vastgelegd dat voor export van militaire goederen en technologie vanuit een EU-land een vergunning moet worden aangevraagd bij de overheid van dat land. Ambtenaren uit de Europese lidstaten stemmen het nationale beleid hierover af in Raadswerkgroep Coarm (Conventional Arms export). Voordat de vergunning wordt afgegeven, wordt getoetst aan acht criteria op het gebied van onder meer mensenrechten, oorlogsdreiging, armoede en doorvoerrisico. Hiermee is een norm vastgelegd voor een verantwoord wapenexportbeleid.

Helaas is de norm weinig verplichtend. Hoewel de Common Position duidelijk bedoeld is om te voorkomen dat wapens worden geleverd aan mensenrechtenschenders of oorlogvoerende landen is de tekst zodanig opgezet dat er altijd wat ruimte voor interpretatie overblijft. Landen willen nu eenmaal graag zelf bepalen of en aan wie ze wapens verkopen; wapenexportbeleid is buitenlands- en defensiebeleid en de bevoegdheid daarover ligt nog altijd bij de lidstaten. Behalve wanneer sprake is van een wapenembargo; dan is export echt verboden. Maar ook de teksten van wapenembargo's laten vaak ruimte om bepaalde leveringen toch toe te laten. Zo gelden wapenembargo's vaak niet voor contracten die al zijn afgesloten. Of alleen voor bepaalde krijgsmachtonderdelen.


De Common Position is dus niet waterdicht, sommigen menen zelfs dat hij zo lek is als een mandje. Anti-wapenhandelgroepen voeren al jaren campagne voor een strikte interpretatie.Door de opzettelijk wollige formulering is een streng beleid juridisch uiterst moeilijk afdwingbaar. In de praktijk verschilt het per land, en per regering, hoe het Europese wapenexportbeleid wordt uitgevoerd. Een land als Frankrijk gaat berucht ruimhartig met de regels om, maar de Franse minister van Defensie is dan ook van mening dat de Europese wapenindustrie niet kan overleven zonder export. Dat je door grootschalige wapenexport je eigen vijanden voor de toekomst creëert is blijkbaar van minder belang.

Op dit moment is er ruimte voor verbetering van de Europese regels. Elke vijf jaar moet er namelijk een 'review' plaatsvinden van de Common Position om te kijken of op grond van ervaring aanpassingen nodig zijn. Nederland speelt een voortrekkersrol in het agenderen van deze 'review'. De regering meent dat mensenrechten en vrede een plaats moeten hebben in het wapenexportbeleid. Hoewel Nederland zelf de regels ook wel eens wat ruim uitlegt als er veel te verdienen valt. Het belangrijkste vindt Nederland echter dat Europese landen de regels allemaal hetzelfde moeten toepassen, het 'level playing field'. Het is namelijk nogal lullig als je zelf op grond van de regels besluit iets niet te exporteren en het buurland gaat er dan met de klandizie vandoor. 
 
Regelmatig duiken er voorstellen op om het hele wapenexportbeleid van nationaal naar Brussels niveau te tillen. Sommigen menen zelfs dat het wapenexportbeleid moet worden ingezet om een gemeenschappelijk Europees Buitenlands- en Veiligheidsbeleid te stimuleren. Maar het is juist vooral via nationale parlementen dat wapenexporten kritisch worden doorgelicht. Een waakhondfunctie die het Europees parlement, met zijn beperkte bevoegdheid, niet snel zal kunnen overnemen. Bovendien bestaat het risico dat bij meer 'harmonisatie' de minimaalste gemene deler de nieuwe norm wordt. Dan zou er van een verantwoord wapenexportbeleid weinig meer overblijven.

 
Sommige Europese landen lijken nu eenmaal het liefst zo min mogelijk wapenexportcontrole te willen. Ook veel wapenbedrijven vinden het maar lastig. Het speelt bijvoorbeeld nu Frankrijk en Duitsland samen een nieuw gevechtsvliegtuig willen ontwikkelen ter vervanging van de Franse Rafale en de Duits/Brits/Italiaanse Typhoon. Daarbij moeten onder meer de wapenbedrijven Airbus, Thales, MBDA, Dassault en Safran een rol gaan spelen. Maar Duitsland voert een strenger wapenexportbeleid dan Frankrijk. Lastig, vind Frankrijk. Kunnen die regels niet een beetje uit het verhaal geschreven worden? Het dreigt te gebeuren nu de Europese Commissie neemt stappen tot het stimuleren van gezamenlijke Europese wapenprojecten. In de beleidsstukken hierover speelt de Common Position geen enkele rol.

De Common Position is een minimumstandaard; individuele EU landen mogen het aanvullen met eigen beleid. Voor een herziening zijn de verwachtingen niet hooggespannen. Veel landen voelen niets voor aanscherping. Men wil wel controle, maar geen beperking van de wapenexport. Dat is jammer, want de Common Position in zijn huidige vorm is beter dan niets, maar niet goed genoeg.