In mei 1950 stelde de toenmalige Franse minister van Buitenlandse Zaken Schuman voor om “een
basis te leggen voor gezamenlijke economische ontwikkeling als eerste
stap naar een Europese Federatie, en de toekomst te veranderen van een
regio die lang gericht was op het produceren van oorlogswapens waarvan
vooral zijzelf het slachtoffer werd."
Economische samenwerking om oorlog te voorkomen, dat was de basis van
de Europese Gemeenschap, de voorloper van de Europese Unie. Maar de
laatste jaren zijn er door 'Brussel' een groot aantal initiatieven
ontplooid om de wapenindustrie juist meer ruimte en financiële middelen
te geven.
Na het tamelijk onbeschofte optreden van Trump op de NAVO top in
Brussel zal de roep om zelfstandiger Europese defensie, en steun voor
een daarbij horende Europese wapenindustrie, alleen maar luider worden.
Ook een rol speelt dat Rusland als bedreiging wordt gezien, hoewel het
Russische defensiebudget slechts een fractie is van dat van de Europese
Unie. Alleen al Duitsland ($41,1 miljard) en Frankrijk ($55,7 miljard) geven samen veel meer uit aan defensie
dan Rusland ( $69.2 miljard). De lobby van de wapenindustrie heeft het
politieke tij mee. Airbus bestuursvoorzitter Tom Enders zei tijdens een
bijeenkomst van de Atlantische Raad in Washington “te hopen dat de
Russische acties in de Oekraïne een eind zullen maken aan de
bezuinigingen op defensie in Europa, die schadelijk zijn voor Airbus en
andere Europese wapenproducenten.” Airbus heeft van alle wapenbedrijven
de meeste lobbyisten in Brussel werken.
Of de defensiebudgetten omhoog moeten voor een meer Europese defensie is de vraag Zo schrijft Sven Biscop
van het Belgische Egmond Instituut voor Buitenlandse Betrekkingen dat
het echte probleem van de EU de versnippering is. “De EU28 besteden zo'n
€200 miljard per jaar aan defensie maar een groot deel van dat geld
wordt simpelweg verspild door instandhouding van 28 verschillende
defensie-organisaties en 28 grotendeels overlappende ondersteunende
structuren, en door investeren in wat de defensie-industrie produceert
in plaats van in wat nodig is. Het budget verhogen zonder deze
versnippering te herstellen zou betekenen dat een evenredig deel van dit
extra geld opnieuw verspild zal worden.”
Hoewel het onwaarschijnlijk is dat alle EU landen op korte termijn
militair gaan samenwerken valt er zeker geld te besparen met bi- en
trilaterale samenwerking. Er zijn nu al Duits-Nederlandse tankbrigades,
er is een Belgisch-Nederlandse marinevloot en er is een gezamenlijke
Benelux-luchtruimbewaking. Taalproblemen lijken hierbij geen rol te
spelen; mogelijk heeft de huidige generatie militairen voldoende jargon
overgehouden aan hun Engelstalige computergames.
Maar het allerbelangrijkste is eigenlijk om serieus werk te maken van
niet-militaire oplossingen. Om te kijken naar het oplossen van
problemen in plaats van de gevolgen te bestrijden. In plaats van het
steeds verder uitbreiden van militaire capaciteit zou de EU moeten
werken aan onderhandeling en ontwapening, een eerlijke verdeling van
welvaart, een duurzame economie en vooral een einde aan wapenexport en
militaire interventies. Dat zou de veiligheid van Europese burgers – en
anderen – pas echt ten goede komen.